Paardensport

Als je gaat paardrijden dan leer je dat er heel veel soorten paardensporten zijn, zoals:

  • Racen
  • Dressuur
  • Springen
  • Cross country/Eventing
  • Voltige
  • Western rijden

 

Racen:

Bij racen zit het paard in de rengalop en moet het dus racen tegen andere paarden. De ruiters zijn jockeys: kleinere en lichtere mensen. Tijdens het racen is het fijner voor het paard dat een jockey zijn ruiter is. Zo kan het paard namelijk zonder last van de ruiter zo snel mogelijk rennen. 

 

Dressuur:

Dressuur is een klassieke vorm van paardrijden. Je rijdt dan verschillende figuren met je paard, waarbij het lijkt alsof je paard aan het dansen is. Dressuur is ook de basis die je leert als je gaat paardrijden. Je leert dan om een diagonale lijn te rijden in de bak, een volte (een rondje rijden) of een gebroken lijn. Bij een gebroken lijn loopt je paard vanuit de hoek naar het midden van de bak en dan weer terug naar de hoek aan de andere kant. 

 

Springen:

Als je gaat springen met je paard, dan is het belangrijk dat je op het juiste moment begint en dat je zo snel en goed mogelijk de juiste volgorde van het parcours volgt. Je springt dan ook over veel verschillende balken. Als je wilt dat je paard over een obstakel moet springen, dan is het belangrijk dat je in de verlichte zit gaat staan. Deze houding zorgt ervoor dat je je paard zo min mogelijk last heeft van de ruiter en zo min mogelijk gewicht heeft om te springen. 

Cross Country/Eventing: 

Bij Cross Country komen verschillende aspecten van paardensport naar voren. Zo moet je een dressuurproef, een terreinproef en een springparcours rijden. Een terreinproef is eigenlijk Cross Country. Die proef wordt afgelegd in een natuurlijke omgeving zoals een bos of een weiland. Bij de terreinproef zijn er ook nog bepaalde hindernissen zoals een waterbak, picknicktafels, boomstammen en gaten in de grond. Hoe minder strafpunten je hebt, hoe hoger je scoort in de wedstrijd. Voor de veiligheid van het paard wordt hij voor en na de terreinproef gecontroleerd door een dierenarts. Als er iets mis is met het paard, dan wordt het zo snel mogelijk behandeld en mag hij de wedstrijd niet meer doen. De ruiter moet het dan een andere keer inhalen of een ander geschikt en vertrouwd paard berijden. 

 

Voltige:

Voltige is niks anders dan acrobatiek op een bewegend paard. Het paard is dus eigenlijk een soort turntoestel. Hij heeft ook een speciale voltigesingel (band om de buik van het paard om het zadel mee te bevestigen) met speciale handvatten eraan. Zo kunnen voltigeruiters zich goed vasthouden op het paard, terwijl ze kunstjes doen. Het paard rijdt dan in stap, draf of rustige galop. 

 

Western rijden:

Western rijden is paardrijden op z'n Amerikaans. Je gaat dan in Westernkleding en je paard heeft dan een Westernzadel. Western kun je vergelijken met de cowboys en de prairie.