Wat je nooit moet doen bij paarden
Hoe lief paarden soms kunnen zijn, kunnen ze ook gevaarlijk zijn als je met een aantal dingen geen rekening houdt. Paarden wegen honderden kilo's en het zijn vluchtdieren, dus je moet er wel mee uitkijken. Hier heb je alle dingen even op een rijtje die je niet moet doen bij paarden:
1. Het halstertouw om je hand wikkelen:
Als je een paard uit de wei wilt halen, wikkel dan nooit het halstertouw om je hand. Stel dat een paard ergens van schrikt, dan kan hij wegrennen en zo wordt het halstertouw flink aangetrokken en kan je je vingers breken. Hou het touw dus altijd op een andere manier, soms met 2 handen, vast.
2. Het halster op de grond laten liggen, terwijl het nog vast zit aan een touw:
Als je je paard hebt gepoetst, haal dan altijd het halstertouw los. Het paard kan namelijk in een lus van het halster of op het touw gaan staan en als hij verder loopt dan raakt hij in paniek of kan hij vallen.
3. Het paard aan het bit vastzetten:
Zet je paard nooit vast aan het bit. Stel dat je paard ergens van schrikt en heel hard trekt, dan gaat het bit verkeerd zitten in de mond en kan er een gat in de tong ontstaan. Zet je paard daarom altijd vast aan het halster.
4. Paard vastzetten met een niet-paardenknoop:
Als je je paard vastzet met een niet-paardenknoop en er breekt paniek uit, dan wordt het touw heel strak getrokken en krijg je je paard niet meer los. Zet je paard dus daarom altijd vast met een speciale paardenknoop. Hoe je dat moet doen leer je van je instructeur.
5. Slippers of sandalen aandoen als je naar de stal gaat:
Het is verboden om met slippers of sandalen of andere open schoenen naar de stal te gaan. Er kan altijd een paard op je tenen staan, of je moet even iets aangeven aan iemand die aan het paardrijden is. Doe daarom altijd dichte schoenen aan.
6. Met de hoevekrabber op de straal (driehoek) van de hoef:
Als je de hoeven van je paard uitkrabt, wees dan altijd voorzichtig bij de straal (driehoek) van de hoef. Dat stukje is erg gevoelig want er zit leven in. Als je daar iets te hard uitkrabt dan doe je je paard pijn.
7. Met platte schoenen in de stijgbeugels:
Zorg altijd als je gaat paardrijden dat je schoenen of laarzen aanhebt met een klein hakje. Als je met platte schoenen in de stijgbeugels gaat, dan blijft je voet daarin hangen. Stel dat je paard ineens zomaar wegrent, dan hang je met je voet aan de stijgbeugel en dan kan het heel erg gevaarlijk zijn. Daarom is het belangrijk dat je laarzen of schoenen aandoet met een hakje, omdat die hak ervoor zorgt dat je niet met je voet in de stijgbeugel blijft hangen.
8. Een snoepje geven op een andere manier dan met de platte hand:
Geef je paard altijd met de platte hand een snoepje of ander voedsel. Paarden kunnen vingers zien als wortels, dus kunnen ze erin bijten als je eten geeft terwijl je geen platte hand hebt. Als je een platte hand hebt, dan kan een paard niet in je vingers bijten.
9. Van de stal weggaan en je (eigen) kast met spullen openlaten:
Deze regel is eigenlijk wel vanzelfsprekend. Als je je kast openlaat en je gaat weg, dan kan iemand anders spullen uit je kast stelen. Paardenspullen zijn namelijk heel erg duur, dus zorg ervoor dat je altijd je kast dichtdoet als je weggaat.
10. Paard in de stal zetten en meteen loslaten:
Nadat je paard hebt gereden of je hebt een paard uit de wei gehaald en je wilt hem terugbrengen naar de stal, zorg dan altijd dat je zelf als eerste de stal in loopt, daarna met je paard omdraait en hem dan pas losmaakt. Dit voorkomt een trap van je paard.
11. Op de grond zitten als je met een liggend paard knuffelt:
Zorg dat je altijd op je knieën zit als je met een liggend paard knuffelt. Je weet nooit wanneer hij opstaat of wegspringt en dan is het erg gevaarlijk als je op de grond zit en niet op tijd wegkomt. Je kan sneller weg als je dus hurkt.
12. Weglopen terwijl de stal niet goed dicht zit:
Dit is eigenlijk ook vrij logisch. Als je wegloopt en de stal zit niet goed dicht, dan kan een paard de deur openduwen en ontsnappen. Kijk daarom altijd of de staldeur goed dicht zit.
13. De plek waar voer in staat open laten:
Doe altijd de deur op slot van de plek waar het voer in staat. Als paarden ontsnappen en ze krijgen die deur open, dan kunnen ze al het voer opeten. Paarden hebben geen rem voor eten, dus ze kunnen net zolang dooreten totdat ze dood gaan. Doe daarom altijd de deur van het voer op slot.
14. Schrikdraad op de grond laten liggen als het hek al dicht is:
Veel mensen denken dat een paard al goed vast staat in de wei als het hek dicht is. Bij sommige plekken zit er ook nog schrikdraad boven en het is erg belangrijk dat je dat ook dicht doet. Paarden zouden nog wel eens over het hek kunnen springen en dan alsnog ontsnappen. Als je het open mag laten, zorg dan dat je het ergens ophangt en niet op de grond neerlegt. Paarden kunnen met hun been in een lus van het schrikdraad gaan staan en dan kunnen ze vast komen te zitten of wondjes krijgen. Doe dus ook altijd het schrikdraad dicht, tenzij anders is doorgegeven.
15. Tussen een groep etende paarden lopen:
Een groep etende paarden ziet er gezellig uit, maar dat is het soms niet. Tijdens het eten kunnen ze nog wel eens ruzie maken of bokken tegen elkaar en je wilt daar niet tussen staan. Blijf dus altijd uit de buurt van etende paarden. Als je er toch in de buurt moet zijn, blijf dan alsnog op een zo groot mogelijke afstand en let heel goed op.
16. Vlak achter een paard langslopen:
Dit is bij iedereen wel de bekendste regel die je niet bij een paard mag doen. Als je vlak langs een paard loopt, heeft hij dat niet altijd door. Als het paard ergens van schrikt dan kan hij je een trap geven. Paarden vinden het ook niet fijn als je er heel de tijd achter loopt. Als je in de stal staat met een paard en je moet naar de andere kant, ga dan altijd onder z'n hoofd door. Stel dat je toch een keer achter een paard moet lopen, leg dan je hand op de kont van het paard en praat er tegen. Zo weet hij dat je er achter staat en dan zal hij niks doen.
17. Het halster te laag om het hoofd van een paard doen:
Als je het halster om het hoofd van je paard wilt doen, let dan altijd op dat de riem bij z'n neus niet te laag hangt. Stel dat je paard vaststaat en hij trekt, dan kan hij z'n neus breken als het halster te laag zit. Let daar dus altijd op als je het halster omdoet.
18. Zweetdeken op laten zonder singel:
Nadat je hebt gereden en je doet een zweetdeken om bij je paard, maak dan ook altijd de singel (riem onder de buik) vast. Dit voorkomt dat de zweetdeken niet scheef gaat hangen. Als een paard schrikt en de zweetdeken hangt scheef, dan kan het achter zijn benen blijven hangen en dan dreigt er paniek. Zorg dus altijd dat je de singel vastmaakt bij het omdoen van een zweetdeken.
9. Paardrijden als je geen goed humeur hebt:
Ga alleen maar paardrijden als je een goed humeur hebt. Als je chagrijnig bent tijdens het paardrijden, dan kan een paard dat boos opvatten. Zo schiet het paardrijden niet veel op. Stel dat je ooit geen goed humeur hebt, laat het paardrijden dan een keer zitten.
20. Eten laten liggen in de stroschuur/hooizolder:
Stel dat je ooit alleen of met andere mensen gaat eten in de hooizolder, let er dan op dat je geen eten laat vallen en ruim de etensresten en verpakkingen op. Dit kan namelijk in het hooi terechtkomen als je het niet opruimt. Niet iedereen ziet dan dat er eten tussen het hooi zit en zo kunnen paarden het opeten. Soms zit er voedsel tussen waar paarden niet tegen kunnen, dus ruim altijd alles op als je in de hooizolder hebt gegeten.
21. Meerdere paarden tegelijk meenemen terwijl je niet weet of ze elkaar aardig vinden:
Neem nooit zomaar 2 paarden tegelijk mee. Je weet namelijk niet of ze elkaar wel aardig vinden. Als dat niet het geval is dan kunnen ze ruzie gaan maken of bokken naar elkaar terwijl jij er tussen staat. Dat kan heel gevaarlijk zijn. Dus als je ooit 2 paarden tegelijk mee wilt of moet nemen, vraag dan altijd eerst of ze elkaar wel mogen.
22. Vreemde paarden voeren:
Doe dit ook absoluut nooit. Je weet niet of een paard een allergie heeft voor iets of dat hij apart voer heeft of ziek is. Als je toch een vreemd paard moet voeren, vraag dan altijd wat hij wel en niet mag hebben.
23. Telefoon in de buurt van een paard:
Dit is ook wel een redelijk logische regel. Je telefoon kan namelijk uit je zak of tas vallen en als er een paard op gaat staan dan is je telefoon kapot. Leg altijd je telefoon op een veilige plek of stop het in een zak met een rits als je naar de paarden gaat.
24. Foto's maken met flits:
Natuurlijk mag je altijd foto's maken van paarden, maar zorg dan wel dat je flits uit staat. Die flits kan namelijk in de ogen schijnen van paarden en dan kunnen ze in paniek raken als ze niks meer zien. Dus laat je flits altijd uit tijdens het maken van foto's.
25. Zet altijd je geluid van je telefoon uit in de buurt van paarden:
Stel dat je ooit een geluidsmelding van een berichtje krijgt, of je wordt gebeld, dan kunnen paarden schrikken van het geluid. Zet dus altijd je telefoon op stil om dit te voorkomen.
26. Roken in de stallen:
Als je in de stallen bent, dan is het verboden om te roken. Stel dat je per ongeluk je sigaret laat vallen op de grond dan kan het in het hooi of stro terechtkomen. Doordat dit zo droog is kan er brand ontstaan. Dit kan ook gebeuren doordat een sigaret in de buurt is gekomen met hout. Ook is rook net zo slecht voor paarden als voor mensen. Als je wilt roken in de buurt van paarden, ga dat dan ergens buiten doen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb